Column: Lanzarote

Het was weer zover: vakantie. Daar waar ik vorig jaar niet naar Lanzarote kon vanwege code geel en moest uitwijken naar Portugal, kon Lanzarote dit jaar wél doorgaan - met de wijze lessen die ik vorig jaar in Portugal heb opgedaan. Geen all-in meer, want de buitenlandse kwaliteit van het eten valt niet te tippen aan dat in Nederland. Sowieso snap ik niet waarom je überhaupt zomaar eten bij zou bijboeken voor een lange periode, terwijl je nog geen idee hebt wat je krijgt voorgeschoteld. 

Een appartement zonder ontbijt, lunch en avondeten. Het plan was om zelf te koken, maar eenmaal de troosteloze keukenlade te hebben bekeken - slaan we dat ook maar over. Voor een appartement is bewust gekozen, omdat er in hotels altijd wel overlast is als gevolg van dunne muren en ik een hekel heb aan traplopen. Traplopers zijn doodlopers, is het motto. Ook liever geen contact met andere Nederlanders, ik ben er immers niet voor een ander. Voor 450 euro op de Canarische Eilanden. Het kan.

Enfin, Lanzarote dus. Het eiland van de vulkanen en waar Bassie en Adriaan vele opnames hebben gemaakt. De trip over de vulkanen was het waard, daar bij te vertellen dat het een bijzonder gevoel had nu een vulkaan op een ander Canarisch eiland, La Palma (500 kilometer verder), is uitgebarsten. Ook een bezoek aan het dierenpark was bijzonder, zo zag ik een witte Bengaalse tijger en Afrikaanse schildpadden. Uniek.

Vakantie betekent voor mij vooral het gebied ontdekken, meer te weten te komen over het (ei)land. Wanneer ik er heen zou gaan voor de zon en het eten, had ik net zo goed een zonnebank en Mora minimix kunnen kopen. Had ik nog geld overgehouden ook. 

Lanzarote bracht helaas veel herinneringen aan Portugal naar boven. Óntzettend slechte kwaliteit met betrekking tot het eten, ik heb medelijden met de plaatselijke bevolking al zijn zij natuurlijk niet anders gewend. De opdringerige binnenlokkers bij restaurants die de euro’s uit je portemonnee willen kloppen en dan nog een fooi verwachten. Zij hebben helemaal niets goeds met je voor en zijn alleen uit op je geld. Het is daarbij verstandig om niet te lang naar een menukaart te blijven kijken, want voor je het weet wordt je naar binnen gezogen. Gelukkig heb ik een sterk en zelfverzekerd karakter en zwijg de betreffende binnenlokker in zijn geheel dood, geen aandacht aan geven. Ik bepaal immers zelf waar ik eet, voor wie mij kent - ik ben honderd procent niet over te halen. 

Daarnaast natuurlijk de plaatselijke verkopers van winkels die als een cheeta naar je toe rennen om te vragen wat je zoekt. Of eerder: of ze je kunnen helpen om geld uit te geven. Heb je niets nodig, dan wordt je wel wat aangeboden ook al heb je het betreffende artikel niet nodig. Gewoon troep. Action kwaliteit met een prijs die drie keer over de kop gaat.

Lanzarote is een prachtig eiland hoor, geloof me. Echt het aanraden waard. Maar ik, tja. Ik ben gewend om goed te leven. Liever niets dan iets. Of ik veeleisend ben? Nee. Maar, een goed bed lijkt mij niet teveel gevraagd. Wanneer mijn schoonmoeder kookt, klaag ik nooit. Het hoeft geen kreeft of kaviaar te zijn, maar gewoon kwalitatief goed. Al is het maar een snee brood met kaas.

Het jammere is dat er geen cameraploeg mee was. Want, op vakantie met mij is echt avontuur. Het kijken waard, uniek in mijn soort. Non-stop klagen, grenzeloos. Ik ga over lijken. Zeker wanneer het eten in het restaurant vies tegenvalt. Linker kun je mij niet krijgen. Een soort Gordon Ramsay maar dan losgaand in de Nederlandse taal, het personeel verstaat je toch niet dus kun je prima je hard luchten. En daarbij lachen om de indruk te wekken dat alles naar wens is. De volgende stap is om de ergernissen in het Engels of Spaans te doen - maar, waarom zou ik? Betalen doe ik toch wel, exact hetgeen de binnenlokker op uit is geweest. Het zou mij sieren om de keuken in te lopen en diegene in de spoelkeuken te vertellen dat hij de enige is in de hele godganse vreetschuur die zijn werk goéd doet - inclusief een fooi van vijftig euro. Ik denk dat ik er punten mee scoor. Deze laatste twee dagen zullen uitwijzen of het echt zo ver moet komen. Of de adrenaline zo hoog zal stijgen.

Het prachtige eiland versus het goede leven thuis. Is het verlangen naar de terugreis dan op zijn plaats? Ergens wel, ergens niet. De tijd gebruiken om herinneringen te maken en je vooral te richten op hetgeen waarvoor je kwam: het eiland. De vulkanen. De zonnebrillenman. De palmbomen. Het verschil tussen de aangename Spaanse hitte en benauwde Nederlandse hitte. Het unieke dierenpark. Het strand en de oceaan. In de avond slechts alleen het geluid horen van de golven die het strand bereiken. Tot rust komen. Desnoods leef ik op plakken kaas want, het brood is niet te eten. Bij mij thuis smaakt het brood alleen zo wanneer het vijf dagen geleden is gekocht, ik heb werkelijk géén idee wat men er mee doet. Al is het duurste pak kaas niet eens te vergelijken met het goedkoopste pak kaas in Nederland. 

Ach, het idee is leuk. Bezigheid voor de lokale bevolking. Misschien wel onder behoud van hun uitkering of als dagbesteding, hé? Veel negativiteit, maar ik moet niet vergeten - klagen is ademen. Als ik niet klaag, ben ik ziek. Erfelijk bepaald en daar ben ik maar wat trots op. 

Wat er deze vakantie nog op de planning staat is, een rit op een dromedaris. Geen dierenmishandeling, de dieren werken vier uur per dag en worden gecontroleerd op hun welzijn door de overheid. Mocht dat niet lukken om deze vakantie te doen, is dat een reden om ooit nog eens terug te keren naar Lanzarote. Maar, dat gebeurt geheid nog wel. Misschien huur ik dan gewoon een camper en importeer ik Nederlandse maaltijden.